Blog Post

rough collie, dog, meadow, field, grass, grassland, park, hairy, furry, canine, pet, animal world, domestic dog, mammal, dog portrait, countryside, rural, dog, animal, dog, dog, dog, nature, dog-5631188.jpg

Help, mijn hond was de baas!

Vandaag neem ik jullie even mee terug in de tijd. Terug naar mijn zestienjarige zelf, toen ik voor het eerst zelf een hond mocht opvoeden. Dit werd me ingepeperd: jij moet zorgen dat je de baas bent.

🔹 Een hond moet leren alleen zijn? Laat hem maar krijsen in de bench.
🔹 Trekt hij aan de leiband? Een flinke ruk eraan.
🔹 Bijten in de borstel tijdens het kammen? Een strenge ‘neen’ erbovenop.
🔹 Niet willen liggen? Gewoon doorduwen tot hij zich overgeeft.

Zo werd het me geleerd, dus zo deed ik het. Don’t blame me—ik wist niet beter. Eens hij uit die puppyfase was, was dit gelukkig allemaal niet meer nodig en werkten hij en ik samen (vooral voor beloningen hoor). Mijn eerste hond werd mijn beste vriend, en hij heeft het mij nooit kwalijk genomen dat ik zo hard was op hem. 

Toen de volgende hond in ons gezin kwam, trapten we onbewust opnieuw in de ‘je-moet-de-baas-zijn’-valkuil. We gingen naar een privétrainer met een standaard lessenreeks van 10 lessen. Alles draaide om controle: rukken, duwen, forceren. 

Totdat ik me begon af te vragen: Waarom moet een hond per se gaan liggen? Wat als ze zich daar gewoon niet prettig bij voelt?

Ik begon na te denken. Was dit wel de weg die ik wilde volgen?

🔄 Van dominantie naar verbinding… en toen weer een valkuil

Toen kwam Billie, mijn eerste écht eigen hond. In het begin deed ik eigenlijk vooral wat ik kende van de vorige honden, maar ondertussen was ik gestart met mijn opleiding in de connectiemethode. En toen Billie een paar maanden oud was, bleef er van die hele dominantie-aanpak niets meer over. Ik werkte vanuit verbinding. Ik luisterde naar mijn hond.

En daar ging het mis.

Want luisterde ik écht naar hem? Of deed ik gewoon alles wat hij wilde?

Ik was zó gefocust op zijn noden, zijn gevoeligheden, zijn wensen… dat ik compleet vergat om mijn eigen grenzen aan te geven. Als hij op een bepaalde plek niet wilde wandelen? Prima, dan deden we dat niet. Als hij blafte om aandacht? Dan gaf ik hem die, want hij zal het wel nodig hebben. Als hij opsprong tegen mensen? Ach, hij is gewoon enthousiast, toch?

En voor ik het wist, had niet ik, maar Billie de touwtjes in handen.

Hij wist perfect hoe hij dingen voor elkaar kreeg. Werd hij gefrustreerd? Dan reageerde hij dwingend. Wilde hij iets niet? Dan zette hij gewoon zijn poot stijf. En ik? Ik volgde.

Want ik moest toch luisteren naar zijn behoeften?

Tot het moment dat ik besefte: Help, mijn hond is de baas geworden!

☯️ De sleutel: Verbinding met Duidelijkheid

Wat ik leerde – en wat ik nu dagelijks meeneem in mijn werk met honden en hun baasjes – is dit:

🔹 Luisteren naar je hond betekent niet dat jij jezelf moet wegcijferen.
🔹 Begrip tonen betekent niet dat je geen grenzen mag stellen.
🔹 Verbinding en duidelijkheid gaan hand in hand.

Vandaag heb ik twee honden die zich goed in hun vel voelen. Ze weten dat ik hen zie en hoor, maar ze weten ook wat ik van hen verwacht. En dat, lieve baasjes, is de balans waar ik jarenlang naar zocht.

🔥 Herkenbaar? Misschien sta jij ook op dat punt. Misschien zoek jij ook nog naar die balans. Weet dan: je bent niet alleen. En het goede nieuws? Het is nooit te laat om het anders te doen.

 

glass, wall, people, woman, girl, hair, headphones, music, sound, electronic, gadget, indoor, headphones, headphones, headphones, headphones, headphones-2557577.jpg

Het gevaar van prikkels vermijden

Vorige week had ik een nieuwe klant met een bekend verhaal. Ze vertelde over het advies dat haar hondentrainer haar had gegeven: “Vermijd alle prikkels/moeilijke situaties voor je hond.”

In eerste instantie klinkt dit als goed advies, vooral als de hond rust nodig heeft na alles wat hij heeft meegemaakt. Vergelijk het met een burn-out bij mensen: in de beginfase is rust essentieel. Dit advies werkte een tijdje goed. De hond werd rustiger, voelde zich beter, en de wandelingen bleven prikkelarm. Maar dan…

BOEM.

Op een dag kwamen ze in een situatie die te veel was voor de hond. Het gedrag ging van 0 naar 10 in een seconde.

De hond was na dit incident weer helemaal van slag. Wat nu? Na maandenlang het vermijden van prikkels, leek het alsof ze opnieuw moesten beginnen. Niet alleen voor de hond was dit moeilijk, maar voor de eigenaar ook. Het leidde zelfs tot sociaal isolement: bang om ergens naartoe te gaan, altijd alert voor het kleinste prikkeltje: een te hard briesje, een deur die toevallig toeklapt, iemand die met het raam open praat. Dit is niet het sociale contact dat ze ooit voor ogen had met haar hond.

Waarom vermijden niet altijd de oplossing is

Het vermijden van prikkels lijkt in eerste instantie logisch, maar het kan het tegenovergestelde effect hebben. Het is als het dragen van noise-cancelling koptelefoons: hoe vaker je ze draagt, hoe gevoeliger je wordt voor geluid. Hoe meer iemand zichzelf afsluit van prikkels, hoe moeilijker het wordt om ermee om te gaan. Uiteindelijk raakt men overgevoelig voor alles wat er nog komt.

Dit leidt vaak tot een vicieuze cirkel: vermijden en nooit echt leren omgaan met de uitdagingen die op je pad komen.

Het is hetzelfde als bij een burn-out: na de rustperiode volgt een langzaam herstel. Eerst komt er therapie, kleine stapjes terug naar het sociale leven, en pas daarna kan men weer opbouwen. Dit geldt ook voor de hond.

Wat is dan wel de oplossing?

De oplossing ligt in het langzaam opbouwen van vertrouwen, niet in het vermijden van prikkels. Zowel de hond als de eigenaar kunnen leren omgaan met ongemakkelijke situaties door deze stap voor stap aan te pakken. Begin met kleine uitdagingen die net genoeg zijn om te groeien, maar niet te veel om overweldigd te raken. Het gaat om het vinden van de juiste balans.

Het is net als soep: de soep mag niet te heet zijn, want dan verbrandt de mond. Maar te koud is ook geen optie, want dan is het geen soep meer. De soep moet de perfecte temperatuur hebben: een beetje blazen op de lepel en dan rustig naar binnen slurpen.

Het draait om het vinden van de juiste mate van uitdaging:

  • Te veel tegelijk = te overweldigend.
  • Te weinig = geen groei.

Het gaat om het juiste moment en de juiste hoeveelheid.

Hoe maak je dit mogelijk?

Dit is waar een goede trainer het verschil maakt. Het is belangrijk om iemand te vinden die kennis, ervaring en vooral passie heeft voor het werk. En misschien nog belangrijker: iemand waar een goede klik mee is. Vertrouwen is cruciaal, want zonder vertrouwen wordt het moeilijk om de adviezen op te volgen, hoe goed ze ook zijn.

Een goede trainer luistert naar de eigenaar en helpt om zelfvertrouwen op te bouwen, niet alleen bij de hond, maar ook bij de eigenaar zelf.

Wat kan er nu gedaan worden?

Als het vermijden van prikkels niet de oplossing is, kan er altijd een manier gevonden worden om uit deze vicieuze cirkel te komen. Hier een paar kleine stappen om mee te beginnen:

  1. Begin met kleine, beheersbare situaties. Denk aan rustige wandelingen in een vertrouwde omgeving, zodat de hond wat nieuwe prikkels kan ervaren zonder overweldigd te raken.
  2. Neem een pauze als het te veel wordt. Het is prima om een stap terug te doen als de hond ongemakkelijk raakt.
  3. Versterk het vertrouwen. Wat is het gevoel van de eigenaar? Door het eigen vertrouwen te versterken, kan de hond sneller ontspannen.
  4. Creëer positieve ervaringen. Zorg ervoor dat de situaties positief aanvoelen voor zowel de eigenaar als de hond.

Geduld is belangrijk. Er is geen haast, de groei van de hond en de eigenaar gaat hand in hand. Een stapje tegelijk, met de juiste dosis uitdaging.

De 5 pijlers van CaniCoaching

De meeste mensen verwelkomen hun hond met heel veel goesting in hun huis en in hun hart met als grote droom samen dingen doen, een liefdevolle relatie opbouwen, hem overal mee naartoe nemen en jarenlang gelukkig samenleven. Kortom: een hond die onderdeel is van de familie! En we willen niets liever dan een gelukkige hond die zich thuis voelt bij ons als eigenaar. 

 

Het hebben van een hond is zeker niet altijd rozengeur en maneschijn. Gedrags- of opvoedingsproblemen komen vaak voor, kunnen hondenbaasjes enorm beïnvloeden en kunnen onzekerheid over de aanpak veroorzaken. De wil om het goed te doen met de hond is er en het verlangen naar harmonie en heerlijk-samen zijn ook. Logisch toch, we zien het wel bij andere hondeneigenaars!

 

De meeste hondenbaasjes streven eigenlijk gewoon naar één ding: gemoedsrust voor zowel de hond als de eigenaar, zonder gedragsproblemen zoals angst, reactiviteit, stress, trekken aan de lijn, overenthousiasme, hyperactief gedrag, bijten, antisociaal gedrag, verlatingsangst,….

 

Het is gewoon leuk en makkelijk als de hond luistert naar het baasje. Maar waarom zou hij dat doen? Omdat hij omgekocht wordt met lekkers? Uit angst voor straf? Nee!! 

 

Hoe fijn zou het niet zijn dat de hond luistert omdat hij wil luisteren, omdat zijn baasje zijn hart heeft veroverd? Omdat het baasje de leider is van wie hj houdt, op wie hij vertrouwt en die hij respecteert. 

 

Dat is wat ik met CaniCoaching wil bereiken en dat doe ik door middel van 5 pijlers: 

 

1. Focus op de eigenaar

De eerste pijler richt zich op het baasje, op het informeren en het onderwijzen van de eigenaar. Want op het einde van de dag ben jij de belangrijkste persoon in het leven van je hond, de begeLEIDER van je hond, niet ik of een andere coach. Daarom is het miljoenen keren belangrijker dat ik jou als eigenaar coach en begeleid, in plaats van het voor jou te gaan doen. Ik leer je alles wat ik ken en kan, zodat jij precies weet wat je moet doen in elke situatie en zodat je zelfverzekerd wordt in de omgang met je hond. Uiteraard ben ik er om je te ondersteunen wanneer dat nodig is.

 

2. Leiderschap en zelfleiderschap

De tweede pijler draait om leiderschap en zelfleiderschap. Het hebben van een leider en het kunnen vertrouwen op een leider is een basisbehoefte van een hond, net zoals voedsel en water dat zijn. Ze zijn geprogrammeerd om een leider te volgen, maar niet zomaar om het even welke leider hé! Een gezonde en een gebalanceerde leider. Dus terwijl je werkt aan het gedrag van je hond, groei je ook nog eens als persoon en als leider. Je gaat van LIJDER onder het gedrag van je hond, naar leider over je hond. Een leuke en automatische bijwerking? Doordat jij die verantwoordelijkheid op jou neemt, valt er een last van zijn schouders en kan hij ontspannen, gemoedsrust vinden en zal hij kijken naar jou voor begeleiding in zijn leven.

 

3. Relatie tussen dier en mens

De derde pijler benadrukt het belang van een stevige basis in de relatie tussen dier en mens. Dat betekent eigenlijk dat we geen trucjes of commando’s gaan programmeren in de hond en dat hij een robotje wordt, maar wel dat we gaan focussen op de belangrijkste aspecten van een relatie: liefde, vertrouwen en respect. Dit zorgt voor een emotionele balans bij je hond, waardoor hij makkelijker naar je zal luisteren en beter zal meewerken, ongeacht de situatie.  Want zeg eens eerlijik? Luister jij ook niet het best naar de mensen waar je een goeie relatie mee hebt terwijl je anderen eerder in vraag zal stellen? 

 

4. Hondenpsychologie en hondentaal

De vierde pijler is gebaseerd op hondenpsychologie en de (lichaams)taal van de hond. Ik leer je hoe je naar je hond en zijn gedragingen kunt kijken door de ogen van de hond. Hierdoor begrijp je je hond beter (en kun je hem nooit meer op dezelfde manier bekijken 😉) en kun je zinvolle en logische oplossingen vinden voor zijn gedrag. Deze aanpak zorgt voor daadwerkelijke verandering omdat het in overeenstemming is met het natuurlijk ‘zijn’ van je hond. 

 

5. De kern van het probleem

En dan, last but not least, pijler nummer 5.  Veel (gedrags)problemen zijn symptomen van een dieperliggende oorzaak.  Door de wortels van het probleem te vinden en aan te pakken, lossen we vaak meerdere problemen tegelijkertijd op. Ik geef jou niet alleen advies over wat je wel of niet moet doen, maar ook de reden erachter, zodat je zelf met oplossingen kunt komen die passen bij jou en je hond. 

 

Met deze 5 pijlers zorgt CaniCoaching voor een diepere, bevredigende relatie tussen jou en je hond. Samen creëren we een omgeving waarin zowel mens als hond kunnen floreren en genieten van elkaars gezelschap. 

Over stront en zonneschijn

Van tijd tot tijd vind ik het heerlijk om wat te filosoferen, en vandaag is zo’n dag. In deze blog neem ik jullie mee in mijn gedachten en focus ik me wat meer op de menselijke kant van de leiband. Dat is immers de enige kant waar we echt controle over hebben, en waar dus vaak het meeste ‘werk’ in zit (als het gaat om de relatie met onze honden, natuurlijk. Jullie zijn allemaal precies goed zoals jullie zijn!).

Ik ben geen doorgewinterde filosoof, en het is vaak ook niet zo eenvoudig om mijn hersenspinsels op papier te zetten. Dus dacht ik, laten we beginnen met een zeer herkenbaar, praktisch scenario en zien waar het naartoe gaat. #byebyedanmaarperfectionisme

Dus, stel je voor: je wilt echt niet dat je hond de uitwerpselen van andere dieren opeet. Het is gewoonweg vies! Honden zijn van nature nieuwsgierige wezens, en het gebeurt weleens dat ze een stukje uitwerpsel oppakken om het te onderzoeken (‘hmmmm, wat is dit?’). Bij dat onderzoek hoort natuurlijk ook wat kauwen… en daar begint het gedoe. Het baasje walgt van het tafereel, begint te roepen en te schreeuwen, rent op de hond af om er snel een einde aan te maken. De hond, zich van geen kwaad bewust, begrijpt er niets van! Het baasje komt eraan en steekt zijn hand in de keel van de hond om het uitwerpsel eruit te trekken. Honden begrijpen het concept van handen niet echt, aangezien ze die niet hebben en alles met hun mond doen. Dus in hun ogen haalt het baasje met zijn ‘mond’ (handen) iets uit hun mond. En tadaa, hier ontstaat de waarde! Als het baasje het zo graag wil hebben, moet het wel iets heel waardevols zijn!

En nu komt het, want dit scenario herhaalt zich steeds opnieuw. Hoe meer het baasje walgt en zich voorbereidt op de hond die uitwerpselen gaat eten, hoe meer interesse de hond toont. Hoe sneller de hond ruikt aan de uitwerpselen, hoe beter hij zijn baasje kan timen in zijn reactie, hoe sneller hij wordt in het opeten ervan. De hond begrijpt niet waarom zijn baasje dit zo graag wil, want serieus, het ruikt en smaakt naar uitwerpselen, maar hij eet het maar beter snel op, zodat het baasje er niet meer bij kan! Voor de hond is die uitwerpsel inmiddels een steakdiner geworden!

Wat heeft dit voorbeeld nu te maken met Annelies die in filosofiemodus schiet? Wel, alles!

Laten we deze situatie eens vanuit een breder perspectief bekijken. Vaak komt het erop neer dat als we nadenken over wat we willen, we eigenlijk nadenken over wat we niet willen. ‘Ik wil geen fouten maken’, ‘ik wil niet stom klinken’, ‘ik wil niet alleen zijn’, ‘ik wil geen geld tekortkomen’, ‘ik wil dat mijn partner dat niet meer doet’, … Onze focus ligt vaak op wat we willen vermijden in plaats van wat we echt willen bereiken.

Wat wil je? Wat wil je in het leven? Wat wil je voor jezelf? Wat wil je nu? Wat wil je in je relatie? Wat wil je in je onderneming?

Wat wil je? Denk gewoon even aan iets dat je op dit moment wilt, hetgene wat je nu het liefste wilt. Kies één ding uit.

En ik heb het niet over seks, eten of een andere emotionele aankoop of impulsieve beslissing. Dat is een heel ander verhaal. Ik heb het over doelen, iets dat je echt in je leven wilt hebben. Een vaardigheid, een opleiding, een familie, iets met je hond.

Misschien wil je dat je hond zich anders gedraagt…

En ik geloof echt dat het zo belangrijk is om te begrijpen dat zolang je niet zeker weet wat je echt wilt, je het ook gewoon niet kunt krijgen. Dus duik even met me mee in de diepte. Want is wat je denkt dat je wilt, ook echt wat je wilt?

Of is het misschien iets dat je gewoon heel graag zou hebben?

Alles hangt af van de inspanning die je ervoor wilt doen, toch?

Is wat je wilt op dit moment iets dat je nodig hebt, maar dat je niet kunt behouden? Is het iets waar je op hoopt? Of is het eerder een wens? Of… is wat je wilt een verwachting?

Verwachtingen… een gevaarlijk woord en vooral een gevaarlijk iets om voor te leven, want het zal je keer op keer leiden naar teleurstellingen. En teleurstellingen leiden naar frustratie en frustratie leidt naar woede. Wanneer je niet krijgt wat je verwacht, ga je reageren, en waarschijnlijk niet op een leuke manier! En die reactie zal voelbaar zijn, voor jezelf, voor je omgeving en voor je hond. Je hond zal zich als een spiegel gedragen en ja, daar is die vicieuze cirkel.

Als we nadenken over wat we willen, komt het er vaak op neer dat we nadenken over wat we niet willen. ‘Ik wil geen fouten maken’, ‘ik wil niet stom klinken’, ‘ik wil niet dat mijn hond uitwerpselen eet’, ‘ik wil niet alleen zijn’, ‘ik wil dat mijn partner stopt met …’.

Newsflash: niets bloeit in duisternis, althans, niets goeds. Zonneschijn doet dingen groeien. Dus wat als we onze focus nu zouden zien als de zon? Zouden we zo geen beter begrip krijgen van wat we echt willen?

Laten we het eenvoudiger maken door te kijken naar de dingen die we nodig hebben voor wat we echt willen. Het is een beetje zoals een recept! Als je vanavond vegetarische teriyaki wilt maken, heb je van alles nodig om het te kunnen maken, anders is het geen vegetarische teriyaki!

Dus als je iets wilt, kijk dan naar wat nodig is, naar de ingrediënten. Splits het op, maak het behapbaar. Als je alle behoeften in kaart brengt om dat ene ding te bereiken en je bent niet bereid om aan al die behoeften te voldoen, dan wil je dat niet echt. Je kunt geen stappen overslaan in een recept.

Dus pak je zonneschijn (je focus) en schijn het op de dingen die je nodig hebt, en je zult zien dat hetgeen je wilt steeds sneller groeit. Het gaat uiteindelijk altijd om een proces! Zoals in de landbouw: de grond moet vruchtbaar zijn, vervolgens moet je het zaad planten, water geven, voeding geven, begeleiden, snoeien,… en het duurt wel even voor je kunt oogsten.

Terugkomend op het voorbeeld van de hond die uitwerpselen eet… Ik zou in detail kunnen treden over hoe je dit proces kunt veranderen, maar er is geen recept, techniek of format dat dit zal veranderen totdat de mens stopt met denken dat het walgelijk is en dat ze dit niet willen. Je kunt dan beter gewoon blijven toekijken hoe je hond die uitwerpselen eet en gewoon verder wandelen. En gegarandeerd, na verloop van tijd, zal de hond ermee stoppen.

Richt je focus op de dingen die je wel wilt, splits het op in wat ervoor nodig is en wees bereid om hier het werk voor te verrichten.

 

dog, woman, owner-5751151.jpg

Kun je een TE goede vriend zijn voor je hond?

Balanceren tussen liefde en grenzen

Als ‘gever’ loop ik regelmatig tegen mijn eigen grenzen aan, of beter gezegd, lopen anderen al vaker over mijn grenzen heen omdat ik ‘te goed’ ben voor hen. Iets van een ‘je-geeft-een-vinger-en-ze-nemen-een-arm-scenario’. Veel van mijn klanten zijn, net zoals ik, hoogsensitief, perfectionistisch, hebben een groot hart en vinden het niet zo gemakkelijk om ‘nee’ te zeggen. Ze willen het goed doen en goed voor hun hond zorgen, maar toch loopt er ergens iets fout. Herkenbaar?

Een tijdje geleden stelde ik mezelf dan ook de vraag: “kun je een te goede vriend zijn voor je hond?”

Ik heb hier lang over nagedacht en kwam tot deze conclusie: ja! Ja, we kunnen daadwerkelijk een te goede vriend willen zijn voor onze honden, waardoor we mogelijks niet voldoen aan wat ze echt nodig hebben. Laat me dit verder uitleggen.

 

Verschuiving in de hondenwereld

In de wereld van hondenopvoeding en training vindt al eventjes een verschuiving plaats van het dominante alfa-model naar een aanpak gebaseerd op begrip, vertrouwen en verbinding. Een positieve ontwikkeling die ik alleen maar kan toejuichen! Toch schuilt er een grote valkuil in van te veel toegeeflijkheid, te weinig grenzen, te weinig referentiekader.

Terwijl we de nadruk leggen op harmonie en begrip, mogen we niet vergeten dat die harmonie er bij de meeste diersoorten in de natuur is dankzij een soort hiërarchie. Of het nu olifanten, leeuwen, wolven, paarden of zelfs de kippen in mijn tuin zijn, er is vaak sprake van een familie-eenheid met één of twee leiders aan het hoofd.

 

Leiderschap zonder dominantie

Dit leiderschap draait niet om dominantie, dwang of intimidatie. Het gaat eerder om ouderfiguren die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid, het reilen en zeilen van de groep. Ja, de ‘kinderen’, de groep staan “onder” hun ouders, maar niet in die zin dat ze bang zijn van hun ouders of minder zijn dan hun ouders. Deze leiderfiguren hebben een speciale kwaliteit waarmee ze de hoofden en harten van de andere dieren in de groep winnen. 

 

Ik-gericht vs. wij-gericht

Een echte leider heeft  een wij-gerichte ingesteldheid, hij zorgt voor de groep. Echte leiders hechten waarde aan de harmonie in de groep en zijn niet uit op macht, er is geen egoïstische agenda aan verbonden. Natuurlijke leiders stralen zelfvertrouwen en kalmte uit, ze hebben een bepaald charisma over zich, naast ook bepaalde belangrijke fysieke eigenschappen.


Zowel dominante dieren als onderdanige dieren (dus ook mensen) zijn vaak onzeker en zullen eerder angstgedreven stressreacties vertonen. Dit is eerder ik-gericht.

 

Een belangrijke bouwsteen

Echt leiderschap is geen trucje, maar een manier van zijn. Dit geldt ook voor de relatie met je hond en als dit fundament van leiderschap niet goed zit, heeft training en alles daarrond weinig zin.  Het bereiken van echt leiderschap over je hond vereist het begrijpen van je hond vanuit zijn perspectief. Het betekent in zijn schoenen, of beter gezegd, zijn poten staan.

 

Wat betekent het om leider te zijn?

Leiderschap verwijst naar het vermogen om anderen te beïnvloeden en te inspireren. Leiders begrijpen de behoeften en drijfveren van hun groep en weten ook hoe ze die kunnen aanspreken. Leiders zijn meesters in effectieve communicatie, want ze moeten in staat zijn om hun idee duidelijk over te brengen en tegelijkertijd ook te luisteren naar de input van anderen. Leiders zijn diegenen die beslissingen nemen, zelfs in moeilijke situaties. Ze moeten bereid zijn om de verantwoordelijkheid te nemen. Leiders zijn betrouwbaar, integer en geven een goed voorbeeld. Leiders weten hoe ze een groep kunnen samenbrengen, ze erkennen de kracht van samenwerking en stimuleren een positieve groepsdynamiek. En het belangrijkste doel van leiderschap in het dierenrijk is uiteraard het optimaliseren van de overlevingskansen.

 

Het resultaat van echt leiderschap? Een kalmere hond en een sterkere band. Om dit te bekomen heb je er niets aan om te denken als een mens! Je moet zijn perspectief en zijn behoeften begrijpen en weten hoe je op een hondse manier leider kan zijn.